woensdag 25 november 2015

Verandering


Evolutie is de ontwikkeling die alle organismes hebben doorstaan in de afgelopen jaren. Evolutie gebeurd eigenlijk al vanaf de ijstijd, je kunt eigenlijk zeggen dat alleen de sterkste overleven. De sterkste overleven en hierbij wordt hun immuunsysteem of levenswijze gewijzigd waardoor ze kunnen leven onder andere omstandigheden.
Niet alles op de Aarde ondergaat een ontwikkeling, alleen de levende natuur oftewel de biotische natuur vertoond levensverschijnselen en kan dus evolueren. De levensverschijnselen die elk levend, evolutionair organisme vertoond zijn : ademhalen, voeden, uitscheiden, bewegen, groeien/ontwikkelen, voortplanten en waarnemen. Zelfs een eencellig organisme kan zich voortplanten, voeden en ademhalen waardoor hij valt onder biotisch en dus evolueert. Een virus is bijvoorbeeld een geval apart want hij vertoond wel een aantal levensverschijnselen maar hij kan niet in leven blijven zonder een gastheer. Een virus is dus eigenlijk biotisch maar ook abiotisch.
De levenloze natuur/ abiotische natuur, blijft onveranderd.

Aristoteles dacht dat er geen evolutie was maar dat dieren spontaan ontstonden uit levende materie, wat nu heel raar klinkt.
Verder was Aristoteles een van de eerste die bedacht om alle dieren in te delen qua soort. Hij was een taxonoom, taxonomie is een manier om de biotische natuur in te delen op soort. Aristoteles bedacht een hiĆ«rarchische indeling waarbij hij de dieren indeelde van hoog naar laag waarbij de mens heel hoog stond, dicht bij God. Het laagste van de ladder was de plant. De leerling van Aristoteles dacht daar anders over en maakte een encyclopedie over planten.
Zodra de planten beroemder werden en geld gingen opleveren kwam er ineens veel interesse op voor de natuur. Mensen zochten er verdieping in.

In 1707 werd Linnaeus geboren, Linnaeus was ook een taxonoom met heel veel zelfvertrouwen. 'God schiep, Linnaeus ordende' zei hij altijd.
Linnaeus ordende de wereld in drie rijken :
  • Het mineralenrijk,
  • Het plantenrijk &
  • Het dierenrijk.
Verder bedacht hij het binomale nomenclatuur oftewel de naamgeving van een organisme. Hij vond dat elk organisme twee namen moest krijgen, de eerste was de genus naam met andere woorden een naam voor het geslacht. De tweede naam was de soort naam, de spieces naam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten